Het is een jongen, een grote vent.
Hij had op zijn sleutelhanger een smurf als prent.
Het is een sterke beer en
doet hem bijna nooit zeer.
Voor een snoep geeft hij graag een cent.
- door Michiel en Jakob -
Ze noemen hem Jules Kabas.
Hij turnt in eerste klas.
Hij praat veel in de les
en als hij de juf kan boosmaken dan zegt hij: "Yes!"
Maar daarna zit hij in zak en as.
- door Brecht De Groot en Dimitrios -
De juf heeft een huis.
In dat huis woont een muis.
Ze heeft ook een vent,
die woont niet in Gent.
Hij is een lange luis.
- Door Wouter en Maxim -
Naast het rijmen en dichten hebben we ook met onze handen creatief gewerkt!